Praktische tips voor borstelen thuis

Naast de specifieke verzorging per vachttype zijn er ook algemene tips die het borstelen makkelijker en prettiger maken.

Het is belangrijk om een rustige routine te creëren. Kies bijvoorbeeld een moment na een wandeling, zodat de hond ontspannen is. Begin met korte sessies en bouw de duur langzaam op. Beloon je hond tussendoor met een koekje of knuffel, zodat borstelen iets positiefs wordt.

Borstelen gaat het best in een vaste volgorde. Controleer eerst met je vingers of een grove kam of er klitten zitten. Werk daarna in lagen: scheid de vacht met je handen en borstel stukje voor stukje tot op de huid. Sluit altijd af met een metalen kam om zeker te zijn dat er geen klitten achterblijven.

Gebruik de juiste hulpmiddelen voor de vacht van je hond. Zo is een slickerborstel ideaal voor krullende of wollige vachten, een pinnenborstel voor lange gladde vachten en een rubberen borstel of handschoen perfect voor korte vachten. Voor honden met veel ondervacht zijn er speciale onderwolharken.

Bij het uitwerken van klitten kun je een klittenspray of conditioner gebruiken. Trek nooit hard aan de vacht, maar houd de haren dicht bij de huid vast, zodat de hond er geen pijn van heeft. Werk altijd van de punten richting de huid.

Let ook goed op gevoelige plekjes, zoals de oksels, liezen, buik en achter de oren. Werk hier extra voorzichtig en beloon je hond als hij rustig blijft.

Tot slot is regelmaat de sleutel. Korte sessies van vijf tot tien minuten zijn beter dan één lange borstelbeurt per week. Voor kortharige honden is één keer per week vaak voldoende, maar bij langharige of krulvachten is dagelijks borstelen het beste. Maak er een gezellig momentje van samen: borstelen kan een fijne manier zijn om quality time met je hond te hebben.